© Boscheind Flyers
Methode
Methode oude duiven
De oude duiven worden volgens diverse methoden van het weduwschap gespeeld. De
weduwduivinnen zitten in een hok achter de doffers. Overdag worden ze niet opgesloten.
Mocht het nodig zijn dan kan dat wel. Ze trainen meestal eenmaal per dag vanuit dat hok.
Zij komen dan via de centrale ingang binnen en gaan dan weer naar hun plaats. Deze
duivinnen worden aanvankelijk gewoon in alle rust gepakt zonder dat ze bij hun partner
mogen. In de loop van het seizoen wordt er nog wel eens gevarieerd om de zaak scherp te
houden. De weduwnaars krijgen hun duivin dus niet te zien voor het inkorven. Verderop in
het seizoen kunnen zij zich even uitleven in de broedschotel. Na de vlucht mogen ze in het
begin van het seizoen slechts kort bij elkaar blijven. Vordert het seizoen dan blijven ze
langer bij elkaar, ook een beetje afhankelijk van de zwaarte en het concoursverloop van de
vlucht.
Methode jonge duiven
Er wordt veel werk gemaakt van het spel met de jonge duiven. Het voornaamste is dat de
jonge duiven gezond zijn, goed getraind worden en vroeg geslachtsrijp zijn. Als je dan ook
nog de nodige jaloezie weet op te wekken, dan komen de prestaties vanzelf. Erg belangrijk
is dat de duiven over een volledig verenpak beschikken. Om dat te bereiken worden de
duiven hier verduisterd. We mogen gerust zeggen dat André het verduisteringssysteem
vervolmaakt heeft. Aanvankelijk vielen in hun afdeling de mooie, grote vluchten voor de
jonge duiven in de periode van eind augustus tot eind september. Normaal is dat de periode
van de grote rui. Hier werden de duiven toenmaals verduisterd vanaf een leeftijd van 5
weken tot aan eind augustus. Het werd hier zolang gedaan, omdat ze het jonge volkje op
weduwschap spelen en dan is het noodzakelijk dat de rui uitgesteld wordt. De hokken
worden donker gemaakt van ‘s avonds 18.00 uur tot en met ‘s morgens 08.30 uur. Doordat
de mooie vluchten afgeschaft werden en/of naar voren geschoven werden, werd ook de
verduisteringsperiode verkort tot ongeveer 10 augustus. In 2004 werd van methode
veranderd en werd er met verduisteren gestopt op 1 juli, maar tegelijkertijd gingen de
lampen aan van 05.00 u 's morgens tot zonsopkomst en van zonsondergang tot 22.30 u! Dit
houdt de dekrui ook tegen en geeft wat gemakkelijker topvorm in juli/augustus.
De jonge duiven komen slechts eenmaal per dag los, de rest van de dag kunnen ze in de
ren zitten of in het hok zelf. In het begin wordt er flink gebruik gemaakt van een bal en een
vlag om ze in de lucht te houden. Later is het trainen met de vlag een vanzelfsprekendheid
voor de jonge duiven.
Ze leren te drinken uit dezelfde drinkgootjes als die in de vrachtwagens gebruikt worden. En
zelfs aan de eigen reismanden worden deze drinkgootjes gehangen. André en Jan
verplichten de jonge duiven zo dus om te leren drinken, iets dat van zeer groot belang wordt
geacht!
Op allerlei manieren wordt het gezellig gemaakt in het hok: veel donkere hoekjes, kartonnen
dozen met een gat erin, een plankje hier en een kistje daar. Vanaf de derde vlucht der
jongen worden ze op weduwschap gespeeld, tot die tijd zitten ze gewoon onder elkaar. Er
worden dan al de nodige paartjes gevormd, zodat die elkaar in die latere periode meteen
weer opzoeken. Nieuwe paartjes zijn ook tot geweldige prestaties in staat, zoals het
duivinnetje dat nationaal Bourges won. Na de laatste vlucht, hier wordt gespeeld t/m eerste
weekend van oktober, moet de rui gestimuleerd worden. Ook daarvoor hebben ze een
geweldig systeem uitgedokterd. De eerste twee dagen krijgen de duiven geen voedsel, wel
gewoon zuiver drinkwater. Daarna krijgen de duiven 5 dagen een lichte mengeling te eten en
gedurende die 5 dagen krijgen ze een mengsel van karnemelk en water te drinken. Er wordt
1 liter karnemelk gemengd met 3 liter water en regelmatig wordt dat mengsel doorgeroerd
voordat de duiven gaan drinken. Toen er alleen nog maar verduisterd werd, bleef in die
eerste week de verlichting aan tot 22.30 ‘s avonds. Daarna niet meer, dat is erg belangrijk.
Dan gaan de duiven flink aan het ruien. Nu er verlicht wordt, gaat de lamp gewoon al uit
tijdens deze "karnemelk-week" en wordt het natuurlijke dag/nacht-ritme gevolgd.Soms vallen
er twee, drie slagpennen in een zeer korte tijd. Ook de kleine pluimen vliegen al spoedig in
het rond en 3 maanden verder zijn ook deze verduisterde jongen volledig uitgeruid. André
beklemtoont met nadruk, dat hij in vijftien jaar geen enkel nadeel ondervonden heeft van dit
systeem. Ook niet als jaarling of later. Al hun topduiven hebben als jonge duif verduisterd
gezeten en de prestaties als oude duif hebben er dan ook helemaal niets onder geleden!!
Met dit systeem bewijzen ze in Luyksgestel al jaren dat je op zo’n manier uitstekend kunt
presteren met jonge duiven zonder een enkele vorm van doping!! Het systeem kent
inmiddels in Nederland, België en Groot-Brittannië al veel navolging, omdat hij het ook
uitgebreid in de duivenkrant, waarin hij tweewekelijks een artikel schrijft, beschreven heeft.
Zwaailicht
Sinds 2005 zijn zwaailichten voor de duiven het teken dat er binnen iets bijzonders te halen
is. Ze zijn zo geconditioneerd dat bij het zien van het flitsende licht de duiven naar binnen
gaan. Dus er wordt niet meer met een fluitje gewerkt, nee de duiven komen naar beneden
en binnen als de zwaailichten aangezet worden. Ook vliegen de jonge duiven op commando
rechtstreeks in de manden. Zo hoeven er bijna geen duiven "gevangen" worden als er
opgeleerd moet worden! Ook bij thuiskomst van de opleer- en wedvluchten staat dus het
zwaailicht aan en weten de duiven dat ze naar binnen moeten.
Medisch plaatje
Om de duiven gezond te houden worden de duiven jaarlijks geënt tegen paramyxo. De
jonge duiven krijgen daarnaast nog een enting tegen pokken-difterie. Om alle andere
gebruikelijke duivenziekten tegen te gaan, geven ze volgens een bepaald tijdschema de
duiven een mix van Methoxasol (sulfamethoxazole en trimethoprim) en een product tegen 't
geel (ronidazole of dimetridazole). Helaas wordt het steeds moeilijker om aan deze goede
medicamenten te komen. Er wordt geprobeerd steeds minder anti-biotica te geven.
Om de jonge duiven meer bescherming te bieden tegen coli-problemen, krijgen die
regelmatig een mix van sterk geconcentreerde azijnen uit de bio-industrie in het drinkwater
op basis van 0,5 ml per liter. Eén keer per week worden er nog vitamines (Giantel) over het
voeder verstrekt.
Bij thuiskomst van een vlucht zitten er glucose en electrolyten in het drinkwater. De twee
volgende dagen na een vlucht worden er dierlijke eiwitten verstrekt over het voer, dat met
pindaolie is aangemaakt. Vaker worden er kattenbrokjes aan het voer toegevoegd in plaats
van whey powder over het voer.
Na de grote rui worden de duiven twaalf dagen gekuurd tegen paratyphus met Methoxasol
of een gelijkwaardig produgt op basis van trimetoprim en sulfa.
Door zijn lange ervaring en door zijn studie van alle problemen bij de duiven weet André
vaak wel een oplossing voor duiven, die bij deze verzorging toch nog extra begeleiding
nodig hebben. Mocht echter een duif niet snel opknappen dan blijft er niets beters over dan
haar te elimineren.
De selectie
De prestaties bepalen uiteindelijk welke duiven er mogen blijven. Maar daarnaast willen ze
toch ook graag rekening houden met psychische en fysieke eigenschappen van de duif. Bij
die vorm van selectie heeft André een eigen systeem, waarbij de volgende onderdelen een
belangrijke rol spelen:
a. oog
b. vleugelmodel en model van de slagpennen
c. arm en armgewricht
d. kwaliteit van de pluim
e. stevigheid van het karkas en soepelheid van het spierstelsel
f. keel
g. algemene indruk
Door deze onderdelen mede een rol te laten spelen, krijg je naast een goed hok duiven, ook
een stel duiven dat die goede eigenschappen makkelijker doorgeeft. Veel duivenliefhebbers
hebben het oordeel van André gevraagd en zijn ervaring gebruikt bij het praktisch beoefenen
van de duivensport. Het is dan ook vaak een komen en gaan van duivenliefhebbers ten
huize van de familie van de Wiel!!!